College Track en Field is waarschijnlijk net wat anders dan hoe je het ‘normale’ atletiek in Nederland gewend bent. Het belangrijkste verschil: je presteert niet alleen voor jezelf, maar ook voor het team en de universiteit! Ieder team bestaat uit mannelijke en vrouwelijke sprinters, lange afstandslopers, hordelopers, werpers (discus en/of speer), springers en meerkampers.
College Track en Field is opgedeeld in drie seizoenen: indoor track season (binnen, in een 200-meter baan), outdoor track season (buiten, op een 400-meter baan) en cross country (voor lange-afstandslopers).
Gedurende ieder seizoen nemen teams het op tegen teams van andere universiteiten tijdens verschillende ’track meets’ (toernooien). Bij iedere ontmoeting worden atleten op basis van individuele en op basis van teamprestaties beoordeeld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen.
Het doel? Zo veel mogelijk punten binnen halen voor het team! Wanneer een sprinter bijvoorbeeld eerste wordt op de 200m sprint, heeft hij/zij niet alleen individueel punten behaald maar gaan er ook 10 punten naar het college team. Aan het eind van een toernooi worden de punten bij elkaar opgeteld en gaat een college team er met de winst vandoor. Dit systeem zorgt ervoor dat de team spirit heel erg hoog is en is de sfeer op ieder toernooi super energiek. De Amerikaanse sportmentaliteit!